Ik kocht de boeken van Michael J. Fox. Hij beschrijft zijn ziekteverloop in ‘Lucky man’ en ‘Always look up’. Ergens las ik dat Parkinson zijn beste vriend is. De mentale beweging die Micheal J. Fox maakt sprak me aan. Alles waar je tegen vecht zal vergroten, wat je omarmt zal kunnen verdwijnen. Vergelijk het met mijn stellingen ‘als Israël en Palestina bommen op elkaar gooien denken ze dat ze van elkaar af kunnen komen. Ze zijn nog nooit zo dicht bij elkaar geweest’ en ‘Bush ging iedere avond met Bin Laden naar bed’. Vergelijk het met iedere situatie van onszelf. Ruzie lost niet op, toenadering wel.
Ik denk niet dat Parkinson moet worden gezien als je beste vriend. Ik beschouw mijn beste vriend als iemand met wie ik mijn tijd wil doorbrengen en liefst mijn leven lang. Parkinson beschouwde ik als een tijdelijke kennis. Een hele goede kennis. Na de eerste periode van boosheid, ongeloof, agressie, verdriet en terugtrekken accepteerde ik dat ik de ziekte had en wist dat ik mijn tijd vaak met Parkinson zou moeten doorbrengen. Na ruim een jaar omhelsde ik de ziekte zodat ik kon leren. Ik had en heb het kennelijk nodig om bepaalde levenslessen te leren voordat ik zou kunnen genezen. Alle negatieve emoties begonnen toen langzaam te transformeren in een vreemd soort van dankbaarheid. Parkinson zou me dwingen om keuzes te maken en lessen te leren. Lessen die ik alleen maar zou kunnen leren door de ervaring die Parkinson heet. Ik nam me voor dat als ik deze lessen eenmaal had geleerd, ik geen behoefte meer aan de ziekte zou hebben en ik Parkinson zou kunnen laten gaan. Dat dat een ingewikkeld maar interessant proces zou zijn was me wel duidelijk. Wat ik op mijn pad zou tegenkomen kon ik nog niet weten. Ergens diep van binnen voelde ik dat ik uiteindelijk anderen zou kunnen helpen op hun reis.
Maar voordat ik te snel aan deze impuls gehoor zou geven had ik eerst zelf een klus te doen. Door Parkinson en het helingsproces echt te ervaren. Hoe kun je immers iets uitdelen als je het zelf niet eerst ervaren hebt.